Cannellinibonensoep met tomatenpesto
- 300 gram cannellinibonen - afgespoeld en uitgelekt
- 100 gram borlottibonen - afgespoeld en uitgelekt
- 1 zoete ui - gesnipperd
- 25 gram kokosolie
- 1/2 liter groentebouillon *- ( voorkeur zelfgemaakt )
- mespuntje zout en zwarte peper
- 50 gram zongedroogde tomaten *( voorkeur zelfgemaakt ) - grof gehakt
- 1 teentje knoflook
- 35 gram amandelschaafsel - licht geroosterd ( het snelst in een koekenpan )
- circa 50 ml olijfolie - voorkeur extra vergine
- 1 eetlepel witte wijnazijn
- eventueel wat zout en zwarte peper
- Fruit de ui in de kokosolie op laag vuur tot de ui zacht is.
- Voeg de cannellini- en de borlottibonen toe
- Giet de bouillon erbij
- Laat het 5 á 10 minuten zachtjes sudderen
- Pureer het geheel dan tot een gladde massa met een blender of in een keukenmachine
- Breng op smaak met zout en zwarte peper
- Doe de zongedroogde tomaten, knoflook, amandelschaafsel, witte wijnazijn met wat olijfolie in een blender en pureer het geheel tot een pasta.
- Schenk steeds iets olijfolie erbij tot de pesto smeuïg is. ( mag wat vloeibaarder zijn dan gewoonlijk )
- Breng op smaak met wat zout en zwarte peper
TIP!
Eet bij deze vegetarische soep een graansoort b.v. een broodje of een cracker. De peulvruchten in deze soep bevatten het aminozuur lysine, het graanbroodje bevat het aminozuur methionine en de tomatenpesto bevat vitamine C, dit alle te samen zorgt voor het aminozuur carnitine. Een tekort aan carnitine veroorzaakt vermoeidheid.
BIJSLUITER
Als we peulvruchten zonder granen gebruiken, zijn de peulvruchten eerder een bron van koolhydraten dan een eiwitbron.
Door peulvruchten te combineren met granen b.v. erwtensoep met roggebrood, gaat de biologische waarde* van peulvruchten van 30 naar 60 á 70 procent. Peulvruchten bevatten namelijk het aminozuur lysine en granen het aminozuur methionine. Deze twee aminozuren met de cofactor vitamine C vormen het aminozuur carnitine. Carnitine komt normaal gesproken alleen voor in dierlijke producten, zoals vlees, en zorgt voor energie.
* 100 gram voedingseiwit maakt een bepaalde hoeveelheid lichaamseiwit aan. Dit noemen wij de biologische waarde van eiwit. Zo heeft een ei een biologische waarde van bijna 100%, vis en vlees een gemiddelde waarde van 70%. Door voedingsmiddelen met een tekort aan een bepaald aminozuur e combineren met een voedingsmiddel dat juist van deze aminozuur een relatief overschot heeft, kunnen we onze voeding waardevoller maken.